Implantaten

Met implantaten kunnen één of meerdere tanden of kiezen die ontbreken worden vervangen. Bij een tandenloze kaak kunnen implantaten voor een losse gebitsprothese een goed houvast bieden. Het resultaat is dat u met één of meerdere implantaten weer ongehinderd kunt eten, praten en lachen.

Een implantaat is een kunstwortel die in uw kaak wordt geplaatst. Deze permanente vervanging van uw natuurlijke tandwortel is als het ware een nieuw, stevig fundament voor een kroon, een brug of kunstgebit. De meeste implantaten zien eruit als een cylindervormig schroefje en zijn gemaakt van titanium. Dit is een lichaamsvriendelijk materiaal (biocompatibel) waar het bot op vast groeit.

Toepassing implantaten

Als u één tand of kies mist, kan de kaakchirurg een implantaat plaatsen, waarop de tandarts later een kroon plaatst. Het is ook mogelijk om meerdere implantaten naast elkaar te plaatsen. De nieuwe tand of kies is niet van echt te onderscheiden.

Mist u meerdere tanden of kiezen, dan kan ook een brug geplaatst op de implantaten. Ook dit resultaat is prachtig. Zelfs als al uw tanden en kiezen vervangen moeten worden, kan dat met implantaten.

Heeft u een volledige prothese (kunstgebit) dan komt deze dankzij de klikbevestiging op implantaten weer stevig in uw mond vast te zitten.

Plaatsen van implantaten

Implantaten kunnen over het algemeen bij alle (jong) volwassenen worden geplaatst. Wel moet u voldoende kaakbot hebben voor het plaatsen van het implantaat. Als u te weinig kaakbot heeft, kan de kaakchirurg, meestal met een extra behandeling nieuw bot plaatsen op de plek waar de implantaten gewenst zijn. Het tandvlees moet gezond zijn, voordat er implantaten kunnen worden geplaatst. Het kan nodig zijn dat de kaakchirurg u vooraf naar de mondhygiëniste verwijst, om het tandvlees gezond te maken. De kaakchirurg kan door middel van onderzoek in de mond en röntgenfoto’s of een CT-scan bepalen of implantaten bij u mogelijk zijn.

De behandeling

Implantaten worden onder lokale verdoving in uw kaakbot geplaatst. De kaakchirurg maakt een klein sneetje in uw tandvlees en boort een klein gaatje in het kaakbot waar het implantaat in wordt gedraaid. De behandeling doet geen pijn, dankzij de plaatselijke verdoving. U ervaart alleen wat lichte druk op uw kaak en voelt het trillen van het boortje. Als de implantaten zijn geplaatst, wordt de wond gehecht met enkele oplosbare draadjes.  De behandeling duurt ongeveer 15-45 minuten, afhankelijk van hoeveel implantaten er geplaatst worden.

Na de behandeling

Na de ingreep kunt u last hebben van wat napijn of zwelling. Normale bijverschijnselen zijn:

  • Enig nabloeden (gedurende 1 à 2 dagen) en soms en bloeduitstorting
  • Forse zwelling (deze is na 2 à 3 dagen maximaal)
  • Temperatuursverhoging (3 à 4 dagen)
  • Pijn (± 5 dagen)
  • Slikklachten
  • Beperkte mondopening

Zolang de verdoving werkt

Moet u oppassen dat u niet op uw nog ongevoelige lip, tong of wang bijt. Ook kunt u beter geen hete vloeistoffen drinken en warm voedsel eten (u voelt de warmte niet vanwege de verdoving).

Pijnstilling

De verdoving is na 2 tot 4 uur uitgewerkt. Daarna kunt u de pijn bestrijden met medicijnen die Paracetamol bevatten of met pijnstillers die u volgens heeft meegekregen.  Gebruik géén Aspirine, Ascal, Chefarine, APC of andere salicylzuur-houdende medicijnen. Deze bevatten bloedverdunners en kunnen een nabloeding van uw wond veroorzaken.

Verzorging thuis

Zwelling

Deze kunt u enigszins beperken door een plastic zakje met ijsblokjes (of coldpack) tegen het behandelde gezichtsdeel te leggen gedurende 5 minuten. Daarna geeft u de behandelde plek 5 minuten rust. Dit doet u afwisselend gedurende minimaal de eerste 4 uur. Pas na 3 dagen neemt de zwelling af. Vermijd zonnewarmte.

Mondhygiëne

Schoonhouden van uw mond is belangrijk voor een snelle en goede genezing. Poets wel uw gebit (met een zachte borstel), maar wees voorzichtig in de buurt van de wond. De eerste dag mag u niet spoelen, daarna mag u met zout water spoelen. U maakt dit door een ½ theelepel zout in een glas lauw water op te lossen of waterstof peroxide 3% te verdunnen met een gelijk deel water.

Nabloeden

De eerste uren na de ingreep kan de wond nog bloeden. Dit gaat meestal vanzelf over. Wanneer de wond na enige uren blijft bloeden, doet u het volgende:
U neemt een gaasje of schone zakdoek en vouwt deze in elkaar. Het opgevouwen gaasje of de zakdoek legt u op of tegen de wond en houdt het er zeker een uur stevig op gedrukt of u bijt erop dicht. Door de druk op de wond stopt de bloeding.

Eten

De eerste dagen zachte voeding, daarna normaal. Zijn er bij u implantaten in een geheel tandenloze kaak geplaatst, dan moet u de eerste 3 weken alleen zachte voeding (puree en dergelijke) eten. Bij implantaten in een betande kaak mag u niet kauwen of afbijten met het betreffende kaakdeel.

Hechtingen

De hechtingen lossen vanzelf op na ongeveer 2-3 weken, tenzij anders aan u is vermeld.

Roken en alcohol

In verband met de wondgenezing is het beter de eerste 5 dagen niet te roken en geen alcohol te drinken.

Complicaties

Een heel enkele keer komt het voor dat een implantaat zich niet vasthecht aan uw bot en moet worden verwijderd. De kans hierop is groter als u rookt. In de meeste gevallen wordt getracht worden een nieuw implantaat te plaatsen.

Soorten implantaten

Er bestaan twee typen implantaten. Bij het ene type implantaat steekt deze direct na de ingreep door het tandvlees heen. Bij het andere type ligt deze onder het tandvlees.
In de 3-6 maanden na de ingreep hecht het kaakbot zich aan de implantaten en ontstaat het stevige fundament om nieuwe tanden en kiezen op te bevestigen. Bij tandenloze mensen kan de gebitsprothese in de meeste gevallen direct weer worden gedragen.

Nadat de implantaten zijn vast gegroeid, maakt de tandarts hierop een kroon of brug.  Bij tandenloze kaken maakt de tandarts of tandprotheticus een kunstgebit. Dit wordt dan vast geklikt op een staafje tussen de implantaten of op drukknopjes die op de implantaten zitten. Drie (onderkaak) tot zes (bovenkaak) maanden na de ingreep bent u helemaal uitbehandeld.